Optimaliseer gemakkelijk uw Wi-Fi signaal

Iedereen verwacht tegenwoordig overal en altijd gebruik te kunnen maken van Wi-Fi. Wanneer het Wi-Fi signaal te wensen overlaat, is het een kwestie van tijd voor er klachten komen. Het plaatsen van een extra access point kan soms werken (of juist niet), maar vaak valt er al veel winst te halen door het optimaliseren van het signaal. Om uw Wi-Fi signaal te optimaliseren, zijn er een aantal gemakkelijke stappen die u kunt volgen waarmee al veel problemen opgelost kunnen worden.

1. Schakel automatische kanaalkeuze uit

Een van de eerste en belangrijkste tips bij het optimaliseren van een Wi-Fi netwerk, is het uitschakelen van de automatische kanaalkeuze. Het wordt aangeraden om zelf naar het beste kanaal te zoeken. Om rekening te kunnen houden met draadloze netwerken in uw omgeving en de kanalen die zij gebruiken, kunt u gebruik maken van een gratis app zoals Wi-Fi Analyzer. Met een betaalde tool zoals de MetaGeek Wi-Spy DBx Bundel, kunt u inzicht krijgen in de kwaliteit van het signaal, de eventuele storingen in de omgeving en krijgt u tips hoe u een radio het best inricht.

Lijkt het kanaal rustig te zijn en de verbinding krachtig, maar krijgt u toch geen goede verbinding? Dan zou het kunnen zijn dat er veel interferentie is van andere bronnen. Ook dit is op te sporen. Heeft u eenmaal bepaald wat het beste kanaal is? Dan kunt u in de interface van het access point duiken om dit in te stellen.

2. Meer bandbreedte is niet altijd beter

Het is aan te raden, zeker op 2.4 GHz, om met kanalen van 20 MHz breed aan de slag te gaan. Op de 2.4 GHz band is het namelijk erg druk en het toevoegen van kanalen is dan niet de beste strategie voor communicatie op deze frequentie. Op 802.11n 5 GHz is het vaak wel goed werken met kanalen van 40 MHz breed. Zeker als er gebruik wordt gemaakt van DFS-kanalen. Het bereik van deze frequentie is veel beperkter dan dat van 2.4 GHz, dus de kans dat er interferentie optreedt tussen twee access points die op hetzelfde kanaal zitten, is met een goed doordachte plaatsing goed tegen te gaan. Indien er toch nog sprake is van co-channel interference, is het aan te raden om op 5 GHz terug te schakelen naar 20 MHz.

3. Kijk kritisch naar de zendsterkte van access points

Standaard staan bijna alle access points zo ingesteld dat ze op beide radio’s op maximaal vermogen zenden. Indien het doel is om een zo groot mogelijk gebied te bereiken, is dat logisch. Als u kritisch naar uw access points kijkt en in kaart brengt waar de knelpunten zitten, kan het echter een goed idee zijn om de zendsterkte aan te passen. Hoewel dit in eerste instantie misschien tegenstrijdig lijkt, zorgt een minder krachtig signaal vaak juist voor minder interferentie.

Als het gaat om bereik, en dan met name het terugdringen daarvan om minder interferentie te veroorzaken, is de laatste tip als volgt: standaardiseer waar mogelijk op 5 GHz. Het uiteindelijke doel is dat de 2.4 GHz-frequentieband dan helemaal uitgeschakeld kan worden, wat resulteert in een veel schonere omgeving. Uiteraard moet hierbij wel rekening gehouden worden met de apparaten die gebruik maken van het netwerk.

Duik (nog) dieper in uw Wi-Fi

Nog steeds problemen? Volg de Wi-Fi Troubleshooting Training! Op 12 april 2022 organiseren we weer een sessie bij ons op kantoor in Houten. Raymond Hendrix, een expert op het gebied van Wi-Fi design en Wi-Fi troubleshooting met meer dan 15 jaar ervaring en bovendien CWNE certificering, neemt u hands-on mee door verschillende scenario’s aan de hand van de Ruckus Unleashed R750 en de TP-Link T9UH Adapter. Meld u nu aan!